Het is even wennen: geen handen meer schudden. Sommige mensen vinden het heerlijk dat er even geen lichamelijk contact kan worden afgedwongen, maar ik merk dat het handen schudden helemaal in mijn systeem verankerd is. Bij iedere nieuwe cliënt die ik binnenroep, moet ik mezelf erop wijzen: denk eraan, geen handen schudden!
Het coronavirus houdt de gemoederen flink bezig. Ik betrapte mezelf erop dat ik een aantal weken geleden dacht: ach, dat virus, dat loopt allemaal wel los. Niet dus. Goed dat we met z’n allen actie ondernemen om het zo snel mogelijk een halt toe te roepen.
Maar hoe zit dat nou eigenlijk bij katten en coronavirussen?
Laat ik beginnen met het belangrijkste: er zijn tot nu toe geen aanwijzingen dat het menselijke COVID-19 coronavirus gevaarlijk is voor katten of dat mensen risico lopen om via hun kat besmet te worden. U hoeft dus geen bakje met desinfectiemiddel bij het kattenluikje neer te zetten, zodat Poes daar doorheen kan stappen. Of te googlen naar ‘snuitkapjes’ voor katten.
Er is echter wel een heel ander type coronavirus bij katten bekend. Dit virus kan FIP veroorzaken en dat is niet zo grappig als het klinkt! FIP staat voor Feline Infectieuze Peritonitis.
Het zit als volgt: heel veel katten worden geïnfecteerd met het in eerste instantie vrij onschuldige coronavirus. Meestal geeft dit slechts milde diarreeklachten die niet eens altijd worden opgemerkt door de eigenaar.
Echter, dit coronavirus kan veranderen in een kwaadaardige variant die ontstekingen in het hele lichaam veroorzaakt en uiteindelijk de dood tot gevolg heeft. Gelukkig komt dat bij heel weinig van de geïnfecteerde katten voor, zo’n 1-2%. Waarom het virus bij de ene kat kwaadaardig wordt en bij de andere kat niet? Dat blijft nog steeds grotendeels een raadsel. Wel is bekend dat onder andere stress en huishoudens met heel veel katten een negatieve invloed hebben.
Katten die ziek zijn, kunnen verschillende klachten krijgen. Dit hangt er een beetje vanaf of we te maken hebben met de ‘droge’ of de ‘natte’ vorm van FIP. Bij beide vormen zie je meestal koorts, gewichtsverlies en depressie. Bij de natte vorm is er sprake van een opeenhoping van vocht in de buik- of in de borstholte. Het stellen van de diagnose FIP kan soms best lastig zijn, zeker bij de droge vorm. De definitieve diagnose is eigenlijk pas te stellen na onderzoek van een stukje weefsel of bij autopsie. Vaak krijgen we na het doen van bloedonderzoek al wel aanwijzingen voor FIP. En als er sprake is van geel dradentrekkend vocht dat we uit de buik of uit de borstkas halen met een naaldje, dan weten we helaas ook genoeg. Zieke katten zijn meestal jonger dan twee jaar oud.
Het vervelende van FIP is: we staan machteloos, er is geen behandeling mogelijk. Er wordt op dit moment wel veelbelovend onderzoek verricht, maar we staan nog best ver van een gedegen therapie.
Er gaan soms gelukkig maanden voorbij dat we geen FIP patiënten zien, maar toevallig was het vorige week raak en hebben we twee lieve katten moeten laten inslapen als gevolg van dit rotvirus. We worden er altijd een beetje triest van, juist omdat het om zulke jonge dieren gaat.
Moraal van het verhaal: een infectie met het coronavirus bij de kat is niet te vergelijken met het virus bij de mens, maar kan bij beiden grote gevolgen hebben!
